Vroeger had je het HBO en de universiteit. Maar tegenwoordig kun de op de universiteit twee soorten opleidingen volgen. Je kunt namelijk een bachelors opleiding of een masters opleiding volgen. Als je een master wilt gaan volgen, dan moet je eerst een bachelor hebben afgerond. Opleidingen aan de universiteit hebben een wetenschappelijk uitgangspunt. Naast de theorie van de gekozen studie, leer je ook wetenschappelijk onderzoek doen. Een bacheloropleiding aan de universiteit duurt doorgaans 3 jaar, een masteropleiding duurt vaak 1 tot 2 jaar. Het kost je dus vaak 4 tot 5 jaar om op de universiteit het gehele traject te volbrengen.

Wat houdt een bacheloropleiding in?

Het eerste jaar van een bacheloropleiding op de universiteit bestaat vaak uit een aantal basisvakken. Sommige vakken leggen een fundering voor meer diepgaande vakken in de volgende jaren, andere vakken gaan meer over het wetenschappelijke aspect van de studie. In het tweede jaar krijg je nog steeds een paar vakken gericht op wetenschappelijke vaardigheden, maar de meeste vakken gaan diep in op het onderwerp van de studie.

In het laatste jaar van de universitaire bachelor is er de minorruimte. Deze kan je opvullen met zelfgekozen vakken. Vaak kan je behalve vakken binnen de opleiding ook vakken van een andere opleiding en soms zelfs andere faculteit doen. Ook bieden veel universiteiten de mogelijkheid om in deze tijd in het buitenland te studeren. Als laatste sluit je de studie af met een bachelorthesis.

Hoe verloopt een masteropleiding?

Een masteropleiding kan je zien als een soort specialisatie. Het is niet verplicht om na een bachelor ook een masteropleiding te doen, maar er wordt wel vaak voor gekozen. Het vergroot de kansen op de arbeidsmarkt en zorgt dat je net wat meer weet van een bepaald onderwerp. Een masteropleiding bestaat vaak uit een aantal verplichte vakken, een aantal keuzevakken en wordt afgesloten met een masterthesis.